We zijn niet lichtzinnig op reis. We weten heel goed dat niet alles is wat het lijkt in Libanon. Op donderdagochtend willen we de laatste boeken uit gaan delen. Na een ontmoeting in het hotel met een Braziliaanse superster gaan we op pad. Overigens waren ze erg enthousiast over Jamil&Jamila en de illustraties. Het regende complimenten dat ze zonder de tekst te lezen de emoties begrepen.
Op de weg is het druk en hectisch, zoals gewoonlijk. Er staan twee grote tankwagens dwars over de weg. Veel soldaten erbij die zenuwachtig rondlopen. De sfeer is grimmig. We besluiten om te keren. We proberen het via een andere route, dat lukt niet. Er zijn hier niet veel wegen.
Hoe spijtig ook, we moeten terug. Het heeft geen zin om onnodig risico’s te lopen, daar schiet niemand iets mee op.
We hebben bericht gekregen van de ambassadeur dat hij graag over onze ervaringen in de Bekaa vallei wil horen. Vrijdag om 10 uur worden we verwacht. Fijn.
Onderweg naar Beirut vallen de verwoestingen aan de huizen op. Er is hier zo lang en veel oorlog geweest. En nu nog: ze zijn in oorlog met Israël.
De terugreis naar Beirut gaat voorspoedig. De stad komt in zicht … en de smog.