Zondag. Mijn medeauteur Elsbeth en de jongens zwaaien me uit op Schiphol. De vlucht naar Lesbos via Athene verloopt voorspoedig. Net als op Schiphol een strenge controle van de tas. Wel vriendelijke mensen. ‘Vergeet u uw schoen niet mevrouw,’ zegt de superviser van het hele gebeuren als ik op een schoen en een sok mijn tas weer in sta te pakken. ‘Dank u,’ antwoord ik. ‘Ik zou het anders echt zijn vergeten.’
Oscar, de directeur van de vluchtelingenorganisatie voorwie Elsbeth en ik de boeken Jamil&Jamila schrijven, is er al. Hij heeft een hotel geregeld aan de Noordzijde van het eiland plus een huurauto. Uurtje rijden zegt hij. Dat worden er twee. We rijden door de haven van Mytilini waar marinefregatten naast zeilbootjes voor anker liggen. Ook de grote veerboot naar Athene ligt er. Op het moment komen er weinig vluchtelingen aan. De weersomstandigheden zijn te slecht: regen, wind en kou. Als er een boot aankomt, zitten de mensen onder de ijspegels.
Op straat lopen wat soldaten. Verder is het rustig. De meeste vluchtelingen zijn iets eerder naar Athene gebracht.
We rijden in het stikkedonker over veel bochtige bergweggetjes naar de noordpunt van het eiland. Het is een hele rit: 80 km. Veel van de vluchtelingen hebben dit afgelopen zomer moeten lopen op weg naar het politiebureau om asiel aan te vragen. Weinig dorpjes op de route en geen beschutting. In de brandende zon liepen ze daar, ook de kinderen en zwangere vrouwen. Met dank aan de vele hulpverleners die er zijn, rijden er nu bussen.
Winkels zijn er niet veel op de route. Wel af en toe een waterpunt zoals deze bij een klooster.
Om 22 uur komen we aan bij het hotel. Het is erg koud. In de verte zien we de lichtjes van Turkije. Onder goede omstandigheden een uur varen. Bij tegenslag (wind, lekke boot, kapotte motor, verkeerde stroming) een hel. Een boot stampvol zeezieke mensen en o ja, geen toilet aan boord …
We zoeken eten een pizza aan de haven. Dat werd hoog tijd. We bepalen de reis van Jamil en dus ook die van mij voor de komende dagen, zij het iets luxer.
Ik stuur de info naar Elsbeth die tijdens mijn reis deel drie gaat schrijven. Wat een super samenwerking zo.
Ik kan niet goed slapen. Het is erg koud. Mijn kamer heeft twee bedden dus ik leen ook de andere dekens. Ik doe net of de verwarming, die het veel eerder achtien graden vindt dan ik, de branding is. Straks verder.
Wat heb je dat duidelijk verwoord Esther…mooi..indrukwekkend.