In juni verschijnt Dagboek uit Bombay van Hedwig Meesters. Zij schreef een blogje over schrijven en meer.
Waar de meeste kabouters in een paddenstoel of boomholte ergens in het bos wonen, zit die van mij tot aan zijn middel verankerd in mijn achtertuin. Althans, zo ziet het eruit.
Tot vorig jaar resideerde hij meer dan twintig jaar bij de achtergevel van mijn huis. Het is bekend dat oudjes over het algemeen slecht gedijen bij een gedwongen verhuizing. Toen ik zijn betonnen lijf oppakte om hem te verkassen, hield zijn onderkant dan ook voet bij stuk. Sindsdien staat zijn bovenlichaam naast een rozenstruik en bivakkeert de onderste helft achter de groencontainer.
In het najaar belandde hij twee meter verder op de plek waar ik eerder een tomatenplant uittrok. Tot ik iets nieuws plant, fungeert de geamputeerde onderkant als kakobstakel voor mijn kat Karel.
Vandaag sneeuwt het. Ik ga naar buiten om mijn tuinpad op en neer te lopen. Geen fijner geluid dan knisperende voetstappen in verse sneeuw.
‘Waarom kraak je het vogelvoederhuisje niet?’ vraag ik de bovenkant. ‘Daar is het warmer. Of kruip je onder een omgekeerde bloempot? Je ziet blauw van de kou.’
De kabouter schudt zijn hoofd. ‘Je kan merken dat je bezig bent met het schrijven van een jeugdboek vol magische gebeurtenissen. Ik zie niet blauw van de kou. De verf is van mijn gezicht gebladderd en wat overblijft, is grijs beton. En nog wat. Kabouters kunnen niet praten.’
‘Hoe kan het dan dat wij nu een gesprek voeren?’ vraag ik.
‘Toen je met je roman Dagboek Uit Bombay bezig was, dacht je dat er een maharadja in je logeerkamer vertoefde. Als jij schrijft, haal je je de meest ongeloofwaardige dingen in je hoofd.’
Ik zucht. ‘Dus ik praat nu tegen mezelf?’
De kabouter doet er het zwijgen toe.
p.s. Dagboek Uit Bombay verschijnt in juni