Zo lang ik leef, zal ik het niet meer vergeten. Het moment dat ik in Kilis, aan de Syrische grens, uit de auto stapte. Wat was het daar kil en koud, ondanks de temperatuur van rond de 30 graden. We wisten natuurlijk wel dat we niet naar een toeristische badplaats gingen om aan het strand te liggen, maar naar van de weinige in gebruik zijnde grensposten tussen Turkije en Syrië. We (medeauteur Elsbeth de Jager en ik) stapten uit de auto en werden stil.
Syrische vluchtelingen kwamen de grens over. Ze hadden niet veel meer bij zich dan een gevulde puinzak en als ze geluk hadden wat familieleden. Ze zaten vol stress. We zagen dat de één de ander aanviel omdat die de puinzak een tikje verschoof. Heftig. Indrukwekkend. Schokkend.
Een paar weken later verliet ik net na kerst van de ene op de andere dag mijn gezin om terug te gaan naar het gebied. Ik heb daar samen met een aantal Syrische vluchtelingen een viertal containers beschilderd die nu als school in het vluchtelingenkamp Bab as Salaam worden gebruikt.
Ik verliet mijn gezin, maar kwam er een week later ook weer terug. Doodmoe, ziek en erg geraakt door wat ik gehoord en gezien had die week. En dan te bedenken dat het eigenlijk nog niets voorstelde in vergelijking met wat de vluchtelingen hadden meegemaakt (en veel van hen nog meemaken …).
Er is in Nederland op dit moment eindelijk een discussie op gang gekomen over de Syrische vluchtelingen. Iedereen heeft er wel een mening over: gelukzoekers, eigen schuld, we doen niet genoeg enz. Van mij mag dat ook. Laat iedereen zijn of haar mening maar hebben, net zoals ik de mijne heb. Mijn mening is gebaseerd op het simpele feit: hoe zou ik behandeld willen worden als ik op de vlucht was. Als mijn huis was gebombardeerd, ik familieleden kwijt ben, ik niet kan praten omdat ik alleen maar bommem in mijn hoofd hoor. Ik heb besloten dat ik doe wat ik kan om te helpen. Dat kan in het klein en in het groot. Ik kan kleine dingen doen, die voor de mensen daar positieve gevolgen hebben. Iedereen maakt daar zijn of haar eigen keuze in. En dit is de mijne. Ik help met mijn watervaste pen en schilderkwast.
Ik ben door de organisatie van TEDx Breda uitgenodigd om daar een lezing over te houden. Het zal zijn op 5 november as in Breda. Dit nadat ik een aantal selectieprocedures heb doorlopen want ja, het is de officiële variant. Ik ben daar heel blij mee en ook wel een beetje trots op. Uiteraard vind ik het ook heel spannend want het is een onderwerp waarover iedereen een mening heeft + het moet in het engels (en ik heb een talenkuil, een erg diepe).
Samen met mijn medeauteur Elsbeth de Jager schreef ik een aantal boeken over “Jamil&Jamila” over twee kinderen in het Syrische vluchtelingenkamp Bab as Salaam. Het boek is geschreven om de kinderen te helpen hun trauma’s te verwerken (en toen wij het boek gingen brengen naar vluchtelingen aan de Syrische grens bleek door gesprekken met vluchtelingen dat het hard nodig was en ook zou gaan helpen).